Muur van vilten bakstenen
Voor de expositie “Thuis in Textiel” bij galerie de Ploegh in Amersfoort heb ik een werk gemaakt dat is opgebouwd met vilten bakstenen. In de expositie worden uiteenlopende vragen gesteld zoals “Wat maakt een huis een thuis wanneer voel je daar geborgenheid?”. Ik vertel met dit werk mijn eigen verhaal binnen het thema.
Voor het vilten heb ik verschillende technieken onderzocht en gekeken naar hoe wol zich gedraagt na verschillende soorten bewerkingen i.c.m. het vermengen met andere materialen. De bakstenen die ik hiermee heb gemaakt, zijn als een trap opgebouwd. De trap staat symbool voor het maken van mijn thuis: in een nieuw huis ga ik bouwen en veranderen net zolang tot het eigen is, mijn verhaal. Met mijn muur ben ik uitgegaan van datzelfde principe. Met wol van schapen uit de buurt ben ik gaan vilten en bouwen. De onderste lagen zijn grotendeels onbewerkt en vertellen vooral over de oorsprong van de wol en de omgeving, hoe verder naar boven hoe meer behandelingen en toevoegingen door mij zijn gedaan waardoor het mijn verhaal wordt.
Het werk is een volgende stap in mijn zoektocht naar constructief textiel (waarbij textiel rechtop zelfstandig blijft staan zonder hard aan te voelen). Zoals in veel van mijn recente werk, heb ik gebruik gemaakt van, traditioneel gezien, “mannelijke” en “vrouwelijke” materialen en technieken om te onderzoeken hoe deze elkaar beïnvloeden en versterken. Het resultaat is met textieltechniek vervaardigde bakstenen in Waalformaat die in kruisverband gestapeld een muur vormen. In deze muur komen twee werelden (mannelijk/vrouwelijk) samen die in de samenleving qua erkenning en beloning ver van elkaar af staan. Ik wil met dit werk bereiken dat we afstappen van het onderscheid en gaan kijken naar de kwaliteit van het geheel.