In deze studie heb ik gekeken hoe textieltechnieken ingezet kunnen worden om een textiel object ruimtelijk te maken met behoud van flexibiliteit.
Zo heb ik macramétechnieken gecombineerd met ballonnen om een object te maken dat door het gebruik van lucht kan blijven staan vanwege het volume dat de lucht inneemt. Gewicht en volume spelen hierbij samen een rol in een op zichzelf staand object. Wanneer gewicht en volume niet in balans zijn, zal het werkstuk vallen.
Een volgende stap in de studie was het vervaardigen van bakstenen van textiel. Hierin liet ik zien dat de kern zorgt voor de stabiliteit en hard moet zijn, wat wordt bereikt door de materialen in het midden samen te persen. Om de buitenkant een zachte, verende eigenschap te geven zonder te veel uit te waaieren, moet het materialen richting de buitenkant worden afgeknipt of gesneden, maar niet te veel omdat het anders zijn zachtheid verliest.
Voor de studie heb ik ook een proefobject gemaakt m.b.v. “tensegrity” (een samentrekking van tension en structural integrity). Dit heb ik uitgevoerd door grote rietjes te verbinden met touw, waarbij de “palen” (rietjes) en touwen elkaar in balans houden. Door de trek van de palen aan de touwen, staan de touwen echter zo strak dat ze hun zachte eigenschap / elasticiteit verliezen, wat deze techniek minder geschikt maakt voor wat ik wil bereiken. Wellicht dat een concept van meerdere kleine objecten o.b.v. deze techniek samen een geheel kunnen vormen dat flexibel is, maar dat onderzoek staat nog op mijn ToDo-lijst.
Bij de experimenten met gebreide objecten heb ik veel verschillende mogelijkheden en materialen onderzocht, allemaal met behulp van rondbreien. Des te meer volume, des te minder minder flexibel en zacht een object aanvoelde. Hierbij was een experiment met rondgebreid koperdraad, al dan niet in combinatie met vezels, voor mij een eyeopener. Het rondbreisel met alleen maar koperdraad zorgde ervoor dat het object goed overeind bleef staan maar had veel minder stevigheid dan wanneer het verrijkt werd met verschillende vezels. Conclusie: het constructieve materiaal maakt het zachte materiaal meer geschikt voor constructie maar zacht materiaal maakt constructief materiaal stabieler en zachter. De diversiteit zorgt dus voor verrijking.
Bij de weeftechnieken was de conclusie dat gelaagdheid ervoor zorgt dat een object kan blijven staan. De onderzoeken met weefsels heb ik later voortgezet, enkele voorbeelden staan in mijn portfolio.